Involvement in the European Union is still limited. Figure 2.1 shows this with recent answers to the question of how connected people feel to a number of geographical and administrative levels. The greatest connection is with the Netherlands (85% very or fairly connected), the lowest with the eu (37%)❗️; the subnational units are within and between (region 65%, municipality 62% and district/village 60%).

De betrokkenheid bij de Europese Unie is nog altijd beperkt. Figuur 2.1 laat dat zien met recente antwoorden op de vraag hoe verbonden men zich voelt met een aantal geogra - sche en bestuurlijke niveaus. Het grootst is de verbondenheid met Nederland (85% zeer of tamelijk verbonden), het kleinst met de eu (37%); de subnationale eenheden zi en daar- tussen (streek 65%, gemeente 62% en wijk/dorp 60%).

We say NO our 🇳🇱 to 🇪🇺, like our🇨🇭, 🇳🇴 and 🇮🇸 ... meanwhile ... Even our 🇸🇪 🇫🇮 could start saying 🙅‍♂️!

Dat neemt niet weg dat Nederlanders zich relatief sterk met het land en Belgen zich relatief sterk met de eu identificeren.

This does not alter the fact that the Dutch identify relatively strongly with the country and Belgians identify relatively strongly with the eu.

Het beeld dat Nederlanders hebben van de eu is in Europees perspectief gemiddeld. 42% hee een positief beeld van de eu (23% een negatief beeld). Dat is een stuk positiever dan het ongunstige eu-beeld in Grie- kenland en een stuk negatiever dan het zeer gunstige eu-beeld in Ierland.

The image that Dutch people have of the EU is average from a European perspective. 42% have a positive image of the eu (23% a negative image). That is a lot more positive than the unfavorable EU image in Greece and a lot more negative than the very favorable EU image in Ireland.